
- Home
- Kennisbank
- Wet- en regelgeving
- Wetgeving voor werken op hoogte
Wetgeving voor werken op hoogte
Veilig werken op hoogte is geen keuze. Het is een wettelijke verplichting. Maar hoe organiseert u dat goed? Dat begint bij gedeelde verantwoordelijkheid. Werkgevers, werknemers én opdrachtgevers hebben elk hun rol. Alleen samen creëert u een veilige werkomgeving.
De wet legt duidelijke verplichtingen op: grondige voorbereiding, deskundige installatie, periodiek onderhoud en controle. Daarom ontwikkelden we de Safety Circle®. Een volledig veiligheidsconcept dat u ondersteunt bij ontwerp, uitvoering, beheer en onderhoud.
Risicoanalyse
Een risicoanalyse (R&E) brengt de gevaren van het werk in kaart. Dat is verplicht volgens artikel 5 van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en verder uitgewerkt in de Codex over het welzijn op het werk (hierna: ‘Codex’ genoemd), Boek I, Titel 2. Zonder degelijk inzicht in de risico’s, kan er geen veilige werksituatie zijn.
Of het nu gaat om werken op hoogte, in besloten ruimtes, bij hijswerken of graafwerken: een goede risicoanalyse geeft duidelijkheid. Voor specifieke taken wordt vaak een Taakrisicoanalyse (TRA) opgesteld; bijvoorbeeld bij werken op daken of bij torenkranen.
Een risicoanalyse kijkt verder dan enkel valgevaar. Ook risico’s zoals fysieke belasting, struikelgevaar, vallende voorwerpen of blootstelling aan straling maken er deel van uit.

Globaal Preventieplan en Jaaractieplan
Een structurele, planmatige aanpak vertaalt de vastgestelde risico’s naar concrete preventiemaatregelen. In België gebeurt dit niet via een “Plan van Aanpak”, maar via twee wettelijk verankerde documenten: het Globaal Preventieplan (GPP) en het Jaaractieplan (JAP).
Het GPP legt de meerjarige doelstellingen en strategieën van het welzijnsbeleid vast, terwijl het JAP jaarlijks bepaalt welke concrete acties, opleidingen, werkprocedures en tijdelijke of permanente veiligheidsvoorzieningen worden uitgevoerd.
Ook de levensduur van een gebouw of installatie speelt daarbij een rol. Staat er binnen twee jaar een dakrenovatie gepland? Dan kan een tijdelijk hekwerk een verstandige keuze zijn, waarna permanente voorzieningen worden geïnstalleerd na de renovatie.
De planmatige aanpak is in België een praktische uitwerking van het dynamisch risicobeheersingssysteem, zoals bepaald in artikel 5, §1, 8° van de Welzijnswet en in Codex I.2-7, met de hiërarchie van preventiemaatregelen:
Eliminatie van het gevaar (Volledige verwijdering van het risico.)
Substitutie van het gevaar (Vervanging door een minder gevaarlijk alternatief.
Collectieve beschermingsmaatregelen (Maatregelen die alle werknemers tegelijk beschermen)
Individuele beschermingsmaatregelen (door gebruik te maken van PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen)
Organisatorische en administratieve maatregelen (Procedures, opleiding, werkorganisatie)
Programma van Eisen
In een Programma van Eisen (PvE) bepaal je aan welke normen je veiligheidsmaatregelen moeten voldoen. Denk aan de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen, tijdelijke of permanente valbeveiliging, periodieke keuringen, opleidingen en onderhoud.
Een PvE maakt de planmatige aanpak concreet en garandeert een betrouwbare veiligheidsstructuur.
Ook voor gebouwbeheerders en eigenaars is dit essentieel, onder meer omwille van hun aansprakelijkheid volgens het Burgerlijk Wetboek (art. 1382–1386 oud BW / Boek 6 (art. 6.5) nieuwe BW).
Installatie
Een correcte installatie is cruciaal voor duurzame veiligheid. Gebruik van de juiste middelen, correcte montage en tijdig onderhoud zijn verplicht volgens de Codex Welzijn op het Werk, Boek V, Titel 2 (Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte).
Opleiding is even belangrijk: elke werknemer moet de nodige kennis en instructies krijgen om veilig te kunnen werken, zoals bepaald in artikel I.2-21 van de codex over het welzijn op het werk en, waar van toepassing, in specifieke bepalingen zoals artikel IX.2-24.
Ook de wijze en de eisen aan de coördinatie van risicovolle bouwprojecten (tijdelijke of mobiele bouwplaatsen) is in Belgische wetgeving vastgelegd. Deze Belgische wetgeving: Codex over het welzijn op het werk: Boek III – Arbeidsplaatsen - Titel 2 – Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen
Implementatie
Veiligheid stopt niet bij beleidsdocumenten. Het gaat om de uitvoering in de praktijk. De Welzijnswet verplicht werkgevers om duidelijke werkprocedures, werkinstructies en opleidingen te voorzien, en om ervoor te zorgen dat kennisdeling en heldere afspraken gegarandeerd zijn.
Ook met een sterk veiligheidsbeleid kunnen er incidenten gebeuren. Daarom moeten werkgevers intern maatregelen organiseren rond eerste hulp, brandpreventie, redding en evacuatie. Dit gebeurt conform Boek I, Titel 5 (Eerste hulp) en Boek III, Titel 3 (Brandpreventie, reddings- en evacuatiemaatregelen) van de Codex over het welzijn op het werk.
In lijn met artikel I.5-3 van de Codex bepaalt de werkgever onder meer:
Hij werkt de procedures voor eerste hulp uit volgens de voorschriften van het intern noodplan.
Hij bepaalt welke middelen noodzakelijk zijn voor de organisatie van de eerste hulp.
Hij bepaalt het aantal werknemers dat moet worden ingezet voor de eerste hulp en over welke kwalificaties zij moeten beschikken.
Hij identificeert de specifieke risico’s waarvoor hulpverleners bijkomende kennis en vaardigheden moeten verwerven.

Opleiding
Een goede opleiding maakt het verschil. Ze verhoogt de veiligheid en beperkt risico’s en aansprakelijkheid. Het opleiden en informeren van werknemers is een wettelijke verplichting volgens de Codex over het welzijn op het werk, in het bijzonder artikelen I.2-18 en I.2-21 van Boek I, Titel 2.
Kies voor gerichte en praktische opleidingen. Breng in kaart welke competenties vereist zijn, leg vast wie wanneer getraind is en met welk attest, en plan tijdig herhalingsopleidingen in.
Voorbeelden van opleidingen:
Opleiding toegangstechnieken met touwen, inclusief reddingsprocedures (verplicht volgens de Codex, Boek IV – Arbeidsmiddelen, m.n. bepalingen rond werkzaamheden op hoogte met toegangs- en positioneringstechnieken met touwen, + aanvullende verplichtingen rond PBM in Boek IX, Titel 2, Hoofdstuk 2).
Inspectie en onderhoud
Regelmatig onderhoud en inspectie voorkomen ongelukken en kosten. Keuring en periodieke controle van collectieve arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn verplicht volgens de codex over het welzijn op het werk, Boek IV, Titels 2 en 5, en Boek IX, Titel 2, Hoofdstuk 2.
Leg vast wanneer voorzieningen zijn geplaatst, gekeurd of vervangen. Documenteer ook de certificaten en keuringsdata. Zo vermijd je dat middelen niet inzetbaar zijn of onverwacht uitvallen.

Vragen? Neem gerust contact op
Bij Eurosafe nemen we jouw zorg volledig uit handen. Van het opstellen van een Plan van Aanpak en Programma van Eisen tot installatie, implementatie, opleiding en periodieke inspecties: wij bieden alle oplossingen die nodig zijn voor veilig werken op hoogte.
Dankzij onze integrale aanpak – de Safety Circe® – kan je rekenen op deskundig advies, betrouwbare voorzieningen en blijvende ondersteuning. Zo garanderen wij dat je steeds voldoet aan de geldende Belgische wetgeving én bovenal: dat jouw medewerkers veilig werken. Vandaag en morgen.
